2600 jaar geleden schreef de Griekse dichter Aisopos de bekende fabel over een krekel en een mier. De krekel geniet zorgeloos van de warme zomermaanden en zingt zijn mooiste lied. De mier is op hetzelfde moment naarstig aan het werk om een wintervoorraad aan te leggen. Als de winter aanbreekt, beseft de krekel dat er niet veel eten meer te vinden is. Hij ziet lekkere spijzen bij de mier, maar hoe hij ook aandringt, eten krijgt hij niet.
Onwillekeurig moest ik aan deze klassieker denken bij de ministeriële beslissing om de smartphone uit de middelbare scholen te bannen. Net zoals de zomerse zon de krekel verleidt, zijn ook de smartphone-apps meesterlijk in het afleiden van de tienerbreinen. Het onmiddellijke plezier van TikTok en Snapchat is veel aanlokkelijker dan de cerebrale pijnen van een wiskundeles. Jammer genoeg kondigt zich echter een lange donkere nacht aan voor wie de controle over het leven afstaat aan die apps. Minister Demir ziet de bui nu al hangen en wil niet zoals de andere mieren wachten tot het aanbreken van de winter om de krekels op betere gedachten te brengen. Vooruitziend en goed beleid, zo lijkt het toch.
Toch maakte dit nieuws me ietwat triest. Het is een veeg teken aan de wand dat we klaarblijkelijk een beslissing van de hoogste overheid nodig hebben om onze jonge mensen een basisvaardigheid bij te brengen. Wie met een doel in het leven wil staan, zal moeten leren om een inspanning te leveren en zich bepaalde momenten van oppervlakkig plezier te ontzeggen. Het aaneenrijgen van de dopamineshots leidt immers zelden tot de diepere voldoening van een volgehouden inspanning met resultaat. Zouden ouders, leerkrachten, scoutsleiders en iedereen met verantwoordelijkheid over jonge mensen dit eenvoudige inzicht niet zelf moeten voorleven en doorgeven?
Er schuilt immers een addertje onder het gras bij zulke mediagenieke aankondigingen van een minister. De smartphone op school is maar één van de vele verleidingen die het pad van jonge mensen kruisen. Het digitale schermgebruik thuis is in deze context de meest voor de hand liggende andere afleiding, maar elke dag duiken er nieuwe op. Ik hoop dat we zelf de intuïtie blijven aanscherpen om ermee om te gaan. Laten we weerstaan aan de verleiding om dit gemakkelijkheidshalve uit te besteden aan de overheid. Op den duur verleren we immers die belangrijke intuïtie, en bovendien komen we door de logheid van het systeem dan toch altijd te laat. De grote jeugdhelden van vandaag, of ze nu Remco Evenepoel of Pommelien Thijs heten, hebben zich ook heel wat moeten ontzeggen om te komen tot het punt waar ze nu staan. Daarbij rekenden ze niet op één of andere ministeriële beslissing. Bovenal ontwikkelden ze zelf een intuïtie om te onderscheiden wat hen afleidt of hen net verder leidt, al dan niet met de steun van hun directe omgeving.
We raken hiermee aan één van de kernobjectieven van Accende: we willen een bijdrage aan de samenleving leveren waarbij mensen hun unieke levensmotief op het spoor komen en beleven. Dát maakt elke mens tot een held. We zijn ervan overtuigd dat iedereen immers een potentieel in zich heeft, van een kwaliteit zoals Remco en Pommelien. En ook al is die iconische foto in de krant of de uitverkochte concertreeks niet voor ieder van ons weggelegd, toch zijn er vele helden in onze samenleving. De gerichte levenshouding van al deze helden vormt het cement van een duurzame samenleving.
Aisopos beëindigt zijn fabel met een humoristische noot. De mier beantwoordt de smeekbede van de krekel al lachend: “Heb je ‘s zomers gezongen, dan zul je ‘s winters dansen.” De mier lijkt er dus van overtuigd dat de krekel zelf wel zijn les zal leren in de koude winter. Mijn kerstwens is dat we wel plezier maken zoals de krekel, maar tegelijk de grenzen van dat plezier herkennen om zo een meer duurzaam, gelukkig en zinvol leven te leiden. En dat Demir onze verantwoordelijkheid niet verder op zich hoeft te nemen, net zoals de mier dat ook niet doet.
Comments